Als onze teefjes 12 maanden oud zijn worden er röntgenfoto's gemaakt van de heupen en ellebogen. 

HD: heupdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van de heupen.

Bij het beoordelen van de foto's wordt onder andere gekeken naar de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.

Op het officiële certificaat staat ook de Norbergwaarde. De hoogte van de Norbergwaarde zegt iets over de kwaliteit van de heupgewrichten. Hoe hoger de Norbergwaarde, hoe dieper de kop van het bovenbeen in de kom van de heup zit. Bij een normaal heupgewricht ligt de Norbergwaarde vaak tussen de 30 en de 40.

Er zijn verschillende einduitslagen mogelijk:

  • HD A (=negatief): de hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD.
  • HD B (=overgangsvorm): op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie.
  • HD C (=licht positief) 
  • HD D (=positief): de hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD.
  • HD E (=positief in optima forma): de heupgewrichten zijn ernstig misvormd.

ED: elleboogdysplasie is een ontwikkelingsstoornis van het kraakbeen in de gewrichten. 

Onderstaande aandoeningen vallen onder elleboogdysplasie:

  • OCD: het loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm.
  • LPC : het loslaten van een stukje bot van de ellepijp.
  • LPA: het loslaten van een stukje bot op een andere plaats van de ellepijp.
  • Incongruentie: een niet goed "passend" gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen

Deze aandoeningen leiden uiteindelijk tot artrose.

Er zijn verschillende uitslagen mogelijk:

  • Vrij
  • Graad 1
  • Graad 2
  • Graad 3